De regel direct onder de Hebreeuwse tekst in dit bijbelcommentaar bevat een transliteratie, een omzetting van Hebreeuwse letters in voor Nederlanders eenvoudiger te lezen schrift. Er bestaan verschillende transliteratiesystemen. Het systeem waarvoor in dit bijbelcommentaar is gekozen, is een op de tekst gebaseerd systeem, waarbij elke Hebreeuwse letter of vocaal (klinkerteken) in de transliteratie door één teken wordt gerepresenteerd. De transliteratie kan ook gebruikt worden als hulp bij het uitspreken van de Hebreeuwse woorden. Wel moet daarbij opgemerkt worden dat men de woorden dan uitspreekt volgens uitspraakregels uit later tijd. De manier waarop het Bijbels Hebreeuws in de tijd van het Oude Testament werd uitgesproken is niet met zekerheid vast te stellen en heeft in de loop der eeuwen bovendien wijzigingen ondergaan. In het transliteratie-overzicht hieronder staat tussen haakjes de meest gangbare uitspraak van consonanten of vocalen vermeld wanneer deze afwijkt van wat men op grond van het Nederlandse alfabet zou verwachten.

Transliteratie van consonanten

=‘ (als de ademtocht vóór de klinker aan het begin van een woord)l=l
m, £=m
b=b (zonder dageš: v, met dageš: b)=n
g=g (als de g van garçon)s=s
d=dv=v (lijkt op de uitspraak van ‘)
h=hp, ¥=p (zonder dageš: f, met dageš: p)
w=wc, ¦=c (als ts)
z=z (als dz)q=q
x=x (als ch)r=r
X=XW=W
y=y (als de engelse y)H=H (als sj)
k, ¢=kt=t

De Hebreeuwse vocaaltekens en de HüwÃA’ worden als volgt getranslitereerd:

Korte klinkersLange klinkers
a=aA=A (in open lettergrepen)
e=eE=E
i=iO=O
o=o (in gesloten lettergrepen)ô=ô
u=u (spreek uit: oe)û=û

HüwÃA’

ü        =        ü (mobile; uitgesproken als de e in de)

De zogeheten HüwÃA’ quiesens, in het Hebreeuws eveneens geschreven als ø  , wordt niet uitgesproken en is in de transliteratie weggelaten.

Klinkers met HüwÃA’

á=á
ó=ó
é=é

Wanneer de h of de y als zogeheten mater lectionis (‘leesmoeder’) functioneert, wordt deze in sommige gevallen samen met het voorafgaande vocaalteken in de transliteratie door één letterteken weergegeven. Dit is het geval bij de volgende combinaties:

ä=ä
ê=ê
Ê=ê
î=î

In andere gevallen wordt de mater lectionis in de transliteratie op dezelfde wijze weergeven als de corresponderende consonant.

Medeklinkers met dageš
Wanneer in een van de zogeheten begadkefat-letters (b g d k p t) een dageš lene (stip) staat, wordt in de transliteratie het streepje boven of onder de letter weggelaten. Dan worden deze letters ‘hard’ uitgesproken (dus als b, g, d, k, p, t); in de andere gevallen zacht (aangegeven door het streepje). Staat in een consonant een dageš forte (eveneens aangegeven door een stip), dan wordt de consonant in de transliteratie verdubbeld. Dit geldt ook voor een dageš forte in een van de begadkefat-letters, met dien verstande dat in de transliteratie geen streepje boven of onder de letter geplaatst wordt (evenals bij dageš lene).

Mappiq
Wanneer in de h aan het eind van een woord een mappiq (eveneens aangegeven door een stip) is opgenomen (dus Ðh), dan wordt deze tekencombinatie in de transliteratie weergegeven als h÷. Dit zijn de belangrijkste regels voor de transliteratie en de uitspraak. Voor meer bijzonderheden is het nodig een Hebreeuwse grammatica te raadplegen.

Klantenservice
Inloggen