1. StudieBijbel Handleiding
  2. StudieBijbel online
    1. Hoofdmenu
    2. Boekindex
    3. Werkbalken bij de vensters
    4. Hoe kan ik?
      1. Een bijbelvers openen
      2. Zoeken
      3. Eigen notities maken, bewerken, verwijderen
      4. Afdrukken
  3. Inhoud van de StudieBijbel
    1. Bijbeltekst met woord-voor-woord vertaling
      1. Hebreeuwse tekst
        1. Schrijfwijze van de Hebreeuwse tekst
        2. Tekstoverlevering van het Oude Testament
      2. Griekse tekst
        1. Tekstedities in SBNT
        2. Tekstkritisch apparaat
        3. Tekstoverlevering door de eeuwen heen
        4. Vergelijken van edities in SBNT
      3. Transliteratie en uitspraak
        1. Transliteratie en uitspraak van het Hebreeuws
        2. Transliteratie van het Grieks
        3. Uitspraak van het Grieks
      4. Woord-voor-woord vertaling
        1. Interliniaire vertaling OT
        2. Interliniaire vertaling NT
    2. Bijbelvertalingen
      1. Criteria voor opnemen bijbelvertalingen
      2. De wijze van citeren
      3. Haken en lay-out in bijbelvertalingen
      4. Afwijkende versnummering OT
    3. Uitleg
    4. Woordstudies NT (WSNT)
      1. Woordstudies
      2. Namenstudies
      3. Woordvormen
        1. Het naamwoordelijk systeem
          1. Naamval
          2. Getal
          3. Geslacht
        2. Het werkwoordelijk systeem
          1. Persoon
          2. Getal (werkwoordelijk)
          3. Tijd (tegenwoordig, verleden, toekomend)
          4. Wijs (aantonend, aanvoegend, wensend, gebiedend)
          5. Aspect (duratief/momentaan/statisch)
          6. Onderwerpsrelatie (act/pass/med)
          7. Naamwoordelijke werkwoordsvormen
        3. Nummering van woordvormen
        4. Vertaling van woordvormen
      4. Concordantie
        1. De plaatsaanduiding
        2. De zinsnede
        3. De verwijzing naar de woordvormen
    5. Inleidingen, artikelen, synopsis, grammatica
      1. Inleiding per bijbelboek
      2. Artikelen
      3. Synopsis
      4. Grammatica
    6. Begrippen en afkortingen
      1. Afkortingen van bijbelboeken
      2. Griekse handschriften
      3. Boeken en tijdschriften
      4. Overige afkortingen
  4. Studiemethode
    1. Naslagwerk
    2. Woord- of begrippenstudie
    3. Karakter- of namenstudie
    4. De hoofdlijnen van een bijbelboek
    5. Het bestuderen van een hoofdstuk
    6. De bijbelkring
      1. De voorbereiding
      2. De kringavond
    7. Uitleg van een bepaald bijbelvers
    8. Wat doe ik met het Griekse venster
      1. Hoe bepaal ik de waarde van een tekst en een variante lezing
    9. Het unieke karakter van de StudieBijbel
    10. Verantwoording bij de gebruikershandleiding
  5. Over de StudieBijbel
    1. Auteurs Oude Testament
    2. Auteurs Nieuwe Testament

3.4.3.2.4.Wijs (aantonend, aanvoegend, wensend, gebiedend) #

De wijs geeft aan hoe de spreker zich datgene wat gezegd wordt voorstelt in verhouding tot de bestaande werkelijkheid. In het nieuwtestamentisch Grieks zijn er vier wijzen: de aantonende, de aanvoegende, de wensende en de gebiedende wijs. De aantonende wijs presenteert het gezegde als gerealiseerd of gerealiseerd wordend; de aanvoegende als niet gerealiseerd maar wel (onmiddellijk of gemakkelijk) realiseerbaar; de wensende als niet gerealiseerd en niet (onmiddellijk of gemakkelijk) realiseerbaar; de gebiedende als een bevel tot realisatie. Overigens wordt met name de aanvoegende wijs nog op verschillende andere manieren gebruikt, vooral in bijzinnen of afhankelijke zinnen. Het uitwerken hiervan zou echter in dit bestek te ver voeren (zie hierover verder de grammatica)

In de volgende Bijbelverzen zijn de woorden gecursiveerd die een vertaling zijn van de Griekse werkwoordsvormen in de wijzen die erachter tussen haakjes genoemd zijn:
Joh. 8:56 Uw vader Abraham heeft zich erop verheugd mijn dag te zien (aantonende wijs)
Openb. 19:7 Laten wij … vreugde bedrijven (aanvoegende wijs)
Hand. 8:20 Uw geld zij met u ten verderve (wensende wijs)
Matt. 6:11 Geef ons heden ons dagelijks brood (gebiedende wijs)

Zie verder bij grammatica.

Weergave bij de woordvormen
Het kenmerk in de vertaling van vormen in de aanvoegende is: (dat), bv. onder woord 3966 salpizô ‘de trompet of bazuin blazen, trompetten, bazuinen’:
.4        salpisçis – (dat) jij de bazuin blaast (aor)

Het kenmerk in de vertaling van vormen in de wensende wijs is: moge/mogen, bv. onder woord 4002 sthenoô ‘sterk maken, kracht geven’:
.1        sthenôsai – moge hij sterk maken (aor)

Het kenmerk in de vertaling van vormen in de gebiedende wijs is het uitroepteken, bv. onder woord 4004 sigaô ‘zwijgen; verzwijgen’:
.1        sigatô – hij moet zwijgen!

Stel voor   bewerken
Klantenservice
Inloggen