Er is een fundamenteel onderscheid tussen gelovigen uit Israël en gelovigen uit de heidenen, zoals duidelijk verwoord wordt in hoofdstuk 7 .
144.000 gelovigen uit Israël, d.w.z. een volheid van een bepaald vastgesteld aantal gelovigen, zullen verzegeld worden. Deze zegelafdruk biedt wettelijke bescherming tegen schending. Het gaat hier om een overblijfsel van messiasbelijdende joden die in de laatste dagen goddelijke bescherming ontvangen. En er is daarnaast sprake van een tweede groep, een menigte die niemand tellen kan uit alle volken en stammen en natiën en talen.
In Op.11:13 wordt de verwachting uitgesproken dat het overgrote deel van het volk Israël tot bekering zal komen. Johannes ziet ook hoe dat zal gaan.
We lezen in hoofdstuk 11 dat er in Israël twee getuigen, twee godsmannen zullen optreden, die bijzonder moedig zijn. Maar uiteindelijk worden ze door het “beest”, de antichrist, vermoord. Maar wat gebeurt er? Na drie en een halve dag neemt God het voor de vermoorde getuigen op. Hij laat hen weer tot leven komen. Vervolgens neemt de Heer hen op in de hemel terwijl hun vijanden toekijken. Hij brengt hen in veiligheid, want op aarde zijn ze niet langer veilig.
De spot onder de volken verandert in angst. Op hetzelfde moment van de hemelvaart is er ook een grote aardbeving (vs.13). Het gevolg is dat 1/10 deel van Jeruzalem instort en dat 7000 mensen sterven. Dit is in feite een gering aantal, een kleine minderheid! Zo groot is Gods liefde voor Israël. Niet slechts een trouwe rest overleeft, maar ook een ongelovige meerderheid. Slechts 10% is omgekomen, de ‘overigen’ hebben het overleefd.
Van hen lezen we dat ze ‘bevreesd worden en de God van de hemel de eer geven’. Dat wil zeggen dat ze zich bekeren en de boodschap van de twee getuigen die overleden zijn, gaan geloven. 90% van de inwoners van Jeruzalem komt dan tot geloof!!
En als Jeruzalem hier gezien moet worden als moeder van Israël (zoals in het jodendom veel gebeurde), dan is er sprake van een bekering van het hele volk Israël. En precies dit werd ook verkondigd door Jezus.
Mat.23:39
‘Want Ik zeg u: vanaf nu zult u Me niet meer zien, tot het moment waarop u zegt: Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer.’
En door Paulus in Rom. 11:26
‘En zo zal tenslotte heel Israël gered worden, volgens de woorden van de Schrift: Uit Sion zal de redder komen en Hij zal de goddeloosheid uit Jakob verwijderen.’
En zo zal tenslotte heel Israël gered worden.
Zowel Jezus als ook Paulus en dus ook de apostel Johannes vertellen ons over een toekomstige bekering van Israël.
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 9 van 12 beknopte blog over het thema “Lessen uit Openbaring” uit StudieBijbel Magazine, waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!
Download de Studiebijbel App GRATIS via Play Store of App StoreVoer deze aanmeldcode (BLOGCVB2020) in om 45 dagen GRATIS toegang te hebben tot het StudieBijbel Salomo-pakket (het meest uitgebreide pakket).
Ga terug naar het artikeloverzicht
Eerder zagen we hoe ‘oudsten’ functioneerden in de christelijke gemeente in Jeruzalem en Antiochië. Het zijn geen oudsten van één plaatselijke gemeente, maar oudsten voor de hele stad, voor alle gelovigen verspreid over meerdere huiskerken. En dat waren in Jeruzalem wel 5000 gelovigen verspreid over minstens 150-165 huiskerken. Vandaag kijken we naar de situatie in Efeze in Klein Azië, het huidige Turkije.
Met betrekking tot de stad Efeze is in het boek Handelingen het zelfde onderscheid tussen de gemeente ‘aan huis’ en de gemeente ‘per stad’ aan de orde (Hand.20:17). Vanuit Milete stuurde Paulus een boodschap naar Efeze om de oudsten van de gemeente bij zich te roepen. Het gaat hierbij in het woordgebruik van Lucas evenals bij de gemeente van Jeruzalem’ (Hand.11:22), en ‘de gemeente door geheel Judea, Galilea en Samaria’ (Hand.9:31) om de hele stadsgemeente. En het is in deze wereldstad Efeze, evenals in Antiochië, niet aannemelijk dat de christelijke gemeente in deze fase nog maar uit enkele tientallen christenen bestaat. Er is ook hier ongetwijfeld sprake van meerdere huisgemeenten. En Lucas spreekt dus over de gezamenlijke oudsten van een stadsgemeente, die uit meerdere huisgemeenten bestond.
Ook hier worden de oudsten (overeenkomstig de joodse status van oudsten) niet aangesteld, ze blijken er al te zijn en even later laat Lucas Paulus zeggen: ‘Zorg goed voor uzelf en voor heel de kudde waarover de heilige Geest u als leiders (episkopoi, opziener) heeft aangesteld om de kerk van God te weiden’ (20:28). Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat in iedere huisgemeente de huisvader of huiseigenaar de gastheer of gastvrouw van de gemeente was (opziener genoemd?) en verantwoordelijk was voor de gemeente aan huis. Gezamenlijk worden ze de ‘oudsten’ van de stadsgemeente Efeze genoemd, omdat ze leiding geven aan de diverse huisgemeenten waaruit de kerk te Efeze bestond.
De volgende keer meer over de situatie in Efeze in de brief aan Timoteüs.
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 6 van 9 beknopte blog over het thema “Leiderschap van oudsten” uit StudieBijbel Magazine, waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!
Ga terug naar het artikeloverzicht